Actueel

Door Tribal Art Community

Herkomstonderzoek

handgreep kris Diponegoro (fragment)

Auteur: Arnold Wentholt

Voormalige volkenkundemusea hebben niet alleen hun naam recentelijk veranderd, ook het beleid is onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen danig bijgesteld. Nederland gaat voortvarend te werk waar het restitutie aanvragen uit Indonesië betreft. Verzoeken uit voormalige koloniën om teruggave van erfgoed worden nu volgens een reglementair systeem afgehandeld. In de jaren negentig voltrok zich een geleidelijke wisseling van het perspectief en dat kwam in Nederland tot uitdrukking in een meer op samenwerking gericht beleid tussen het Museum van Volkenkunde (nu Wereldmuseum Leiden) en het Museum Nasional in Jakarta. In 2005 resulteerde deze samenwerking met als uitgangspunt shared cultural heritage in een tentoonstelling in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, ‘De ontdekking van het verleden: Indonesia’. Inmiddels zijn we twintig jaar verder en kunnen we spreken van een omslag in het beleid. Waar eerder het belang van het museum vigerend was, is nu de waarde van erfgoed voor culturen uit de herkomstlanden bepalend. In de belangenafweging is de context waarin een object is verkregen maatgevend. Ook voormalige niet-Nederlandse koloniën kunnen verzoeken indienen. Bij restitutieverzoeken stellen de herkomstonderzoekers een rapport op waarin zij het object traceren tot aan het moment waarop het is verzameld en beschrijven zij het aan de hand van visuele eigenschappen, de functie en de betekenis van het object.

Ik heb een gesprek met Daantje van de Linde (DL) en Tom Quist (TQ). Daantje werkt sinds vorig jaar voor het Wereldmuseum Rotterdam en doet herkomstonderzoek naar Afrikaanse voorwerpen en Tom werkt vanaf 2019 voor het Wereldmuseum Leiden als onderzoeker naar de herkomst van Indonesische objecten. Ik vraag hen naar hun achtergrond en hoe ze in deze functie zijn terechtgekomen.

Daantje is afgestudeerd op Afrika Studies aan de Universiteit Leiden en heeft drie maanden stage gelopen bij de Museums Association van Namibië. Hier heeft ze gesproken met kunstenaars, docenten en studenten van de University of Namibia (UNAM), overheidsfunctionarissen, conservatoren en andere experts in de erfgoedsector over hun kijk op roofkunst en restitutie van cultuurgoederen.

Op basis daarvan heeft ze een scriptie geschreven over restitutie van roofkunst en hoe er volgens de Namibische stakeholders om te gaan met dit cultureel erfgoed. Daarnaast heeft ze een aanvullende studie Museum Studies gevolgd aan de Universiteit van Amsterdam waarvoor ze stage liep en een studie verrichtte in het Wereldmuseum Leiden naar de herkomst van de Namibië-collectie. Vervolgens is ze met deze achtergrond in 2023 aangenomen in het Wereldmuseum Rotterdam.

Na zijn afstuderen in Colonial and Global History in Leiden is Tom in 2017 gaan werken bij de Leidse universiteitsbibliotheek en bij het Huygens Instituut in Amsterdam, waar hij zich respectievelijk met het structureren van archiefmateriaal en dataverwerking bezighield. Toen hij in 2019 als herkomstonderzoeker bij het Nationaal Museum van Wereldculturen, NMVW, nu Wereldmuseum, begon, was er nog geen afgewogen beleid met betrekking tot teruggave van objecten.



Het is allemaal begonnen met een framework Return of Cultural objects hier in Leiden, zegt Tom, en dat zorgde mede dat het beleid in Den Haag op gang kwam. Een eerste commissie, Adviescommissie Nationaal Beleidskader Koloniale Collecties, bracht advies uit aan minister Van Engelshoven, waarna de Commissie Koloniale Collecties aantrad om hiermee aan de slag te gaan. Op de website van de Commissie lezen we: “De Nederlandse regering neemt verantwoordelijkheid voor het koloniale verleden en maakt erkenning en herstel van onrecht tot uitgangspunt van het beleid over koloniale collecties.” De Commissie Koloniale Collecties adviseert de staatssecretaris van Cultuur en Media inzake teruggaveverzoeken van landen van herkomst op basis van bevindingen in het onderzoeksrapport dat door het betrokken museum wordt opgesteld. TQ verduidelijkt, “We werken met diverse instellingen die gespecialiseerd zijn op dit terrein en werken samen onder de naam Consortium Koloniale Collecties, wat een samenwerkingsverband is tussen het Wereldmuseum, het Rijksmuseum, het NIOD, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) en Museum Bronbeek.”

Herkomstonderzoek: de correspondentie aan en van het museum doorzoeken in het depot van het Wereldmuseum Rotterdam. Foto: Boudewijn Bollmann.


Daarvan zijn de eerste drie instellingen betrokken geweest bij een pilotproject PPROCE (pilotproject Provenance Research on Objects of the Colonial Era), om met case-studies de methodiek nader te verkennen en in te vullen.’ Het NIOD is erbij betrokken omdat het eerder onderzoek heeft verricht naar de verwervingen uit Joodse boedels en daar een zekere expertise in heeft opgebouwd, kennis die door het RCE ook nu weer kan worden toegepast in het beheer van objecten waar nader onderzoek voor vereist is.
Door de samenwerking van diverse instituten ontstaat een ‘data-hub’, waar onderzoekers uit binnen- en buitenland gebruik van kunnen maken. Het delen van deze data met herkomstlanden vergroot de inclusiviteit, één van de doelstellingen van het Wereldmuseum. Er is zelfs een fonds dat de komst en studie van studenten uit herkomstlanden faciliteert, het hierboven genoemde Consortium Koloniale Collecties.
Naast het consortium wordt ook door academici en promovendi onder de werktitel Pressing Matter in een vierjarig project onderzoek gedaan naar herkomst. Penvoerders zijn de VU en het Wereldmuseum. Hier worden etnografische collecties vanuit verschillende invalshoeken belicht en onderzocht. Hoe stonden bijvoorbeeld missionarissen tegenover het verzamelen van objecten in hun missiegebied? Of hoe is de verzamelcultuur verankerd in de wetgeving van de negentiende en twintigste eeuw? Deelcollecties worden door deze academici die overigens niet verbonden zijn aan het Consortium als hierboven vermeld, gebruikt om tot een kadrering van waarheidsvinding te komen. De resultaten van dit onderzoek kunnen door de museaal aangestelde onderzoekers worden geraadpleegd. Ook op seminars is er gelegenheid kennisinformatie uit te wisselen. Het is kortom een project binnen het herkomstonderzoek, dat ethische kwesties ondervraagt en benoemt.

Voorbeelden.

Het werk van de onderzoeker: oude inventariskaarten uitpluizen.
Foto: Boudewijn Bollmann


Inventariskaarten ontsluiten zelden tot nooit onder welke omstandigheden en hoe voorwerpen zijn verkregen. TQ “Voor het onderzoek maak ik gebruik van archieven. In het Nationaal Archief bevinden zich de archieven van het Ministerie van Koloniën naar periode uitgesplitst en daar vind ik bijvoorbeeld verslagen van expedities en wat daar is buitgemaakt.
Een goed voorbeeld is de kris van Klungkung [Bali] die ik tot het slagveld kon terugbrengen. Niet dat de koloniale bestuursambtenaar in zijn verslaglegging kon vertellen aan wie het wapen toebehoorde, maar wel staat zwart op wit welke wapens er waren buitgemaakt.”
Die context zegt iets over de wijze waarop iets is ontnomen. DL “Ik heb bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar een krachtfiguur van een van de Kongo-volken in Congo. De naam van de koning is bekend via een brief van een NAHV-agent (Nieuwe Afrikaansche Handels Vennootschap) en in de Franse archieven in Parijs ligt een contract waarin je kunt lezen dat Franse soldaten een akkoord hebben gesloten met die koning, waardoor zijn gebied onder Frans bezit kwam. Er was oorlog gaande zoals ik kon lezen in een brief in het archief van het Koninklijk Instituut voor de Tropen, het KIT. In Parijs, in het koloniaal archief zag ik het bestand dat ondertekend is. Door al die gegevens samen te brengen krijg je een beeld onder welke omstandigheden in een bepaalde periode iets onteigend is.” Door de samenwerking met landen van herkomst kan gezamenlijk onderzoek worden verricht. DL “De kennis die zij hebben bijvoorbeeld gaat verder dan wij uit de archieven kunnen halen. Zij kunnen beter aangeven in welke cultuur een object geplaatst moet worden en welke functie en/of betekenis eraan wordt toegekend in de cultuur van een specifiek volk.”


De voorwerpen


TQ “Wanneer wij zouden moeten bepalen waar de voorwerpen naartoe zouden moeten gaan, dan zijn we neokoloniaal bezig. In principe hebben we een regeling tussen staten en dat is het huidige beleid waarin geopereerd wordt. Misschien dat er over tien, vijftien jaar anders over wordt gedacht. Persoonlijk ben ik blij dat we van start zijn gegaan. De teruggave van de kris van Diponegoro betekende een nieuw samenwerkingsverband met Indonesië op het gebied van restitutie.” Zie het artikel van David van Duuren hierover in Jaarboek nummer 8, 2020.
Dus los van voorwerpen die op oneigenlijke manier zijn verkregen en daarom gerestitueerd moeten worden, kunnen voorwerpen voor restitutie in aanmerking komen die voor het land van herkomst een bijzondere betekenis hebben. Ook met Sri Lanka is er nu samenwerking.
En verder wordt er door het consortium de eerder vermelde data-hub gebouwd waar door de samenwerkende vijf instellingen voor het eerst alle koloniale collecties ontsloten worden, waardoor onderzoekers en geïnteresseerden in herkomstlanden eindelijk een beeld krijgen wat er allemaal in Nederland aanwezig is.
TQ “Wanneer wij zouden moeten bepalen waar de voorwerpen naartoe zouden moeten gaan, dan zijn we neokoloniaal bezig. In principe hebben we een regeling tussen staten en dat is het huidige beleid waarin geopereerd wordt. Misschien dat er over tien, vijftien jaar anders over wordt gedacht. Persoonlijk ben ik blij dat we van start zijn gegaan. De teruggave van de kris van Diponegoro betekende een nieuw samenwerkingsverband met Indonesië op het gebied van restitutie.” Zie het artikel van David van Duuren hierover in Jaarboek nummer 8, 2020.
Dus los van voorwerpen die op oneigenlijke manier zijn verkregen en daarom gerestitueerd moeten worden, kunnen voorwerpen voor restitutie in aanmerking komen die voor het land van herkomst een bijzondere betekenis hebben. Ook met Sri Lanka is er nu samenwerking.
En verder wordt er door het consortium de eerder vermelde data-hub gebouwd waar door de samenwerkende vijf instellingen voor het eerst alle koloniale collecties ontsloten worden, waardoor onderzoekers en geïnteresseerden in herkomstlanden eindelijk een beeld krijgen wat er allemaal in Nederland aanwezig is.

Nederland heeft vanwege de koloniale geschiedenis de op een na grootste collectie Indonesische etnografica ter wereld. Het is dan niet vreemd, dat waar een Nederlander achteloos aan objecten voorbijgaat, die voor een Indonesiër vanwege de context en associatie van bijzondere waarde worden geacht. Zo is de huidige directeur-generaal van de Indonesische Ministerie Onderwijs en Cultuur en mede verantwoordelijk voor de restitutie-aanvragen Hilmar Farid (interview Groene Amsterdammer) gebrand op stukken die aansluiten bij het verhaal dat het museum in Jakarta wil vertellen.


‘Roofkunst’ of een eerlijke manier van informatie delen?


DL ‘Herkomstonderzoek wordt bijna altijd gerelateerd aan restitutie en roofkunst. Bij mijn aanstelling als herkomstonderzoeker heb ik aangegeven dat ik niet puur geïnteresseerd ben om erachter te komen of iets roofkunst is, dat is een bijkomstigheid bij het doen van herkomstonderzoek. Het gaat mij vooral om juiste presentatie hier in de musea en het maken van nieuwe contacten of het nu gaat om een voormalige kolonie of een niet voormalige kolonie. Het gaat om een nieuw perspectief van waaruit je de collectie zou willen behandelen en waar restitutie eventueel het gevolg van is. Eerlijkheid in het delen van informatie met landen waar dan ook is voor mij de belangrijkste motivatie om aan dit onderzoek mee te doen.’

Vergelijkbare artikelen

Actueel

In memoriam Theo Moody (1938 -2024)

Op 8 juli 2024 overleed Theo Moody. Siebe Rossel en Arnold Wentholt beschrijven zijn werk...

20 August 2024

Actueel

De kris van Diponegoro

Auteur: David van Duuren Eindelijk is hij dan toch gevonden: de kris van Diponegoro, de...

16 August 2024

Actueel, uitgelicht

Een ’tussen kunst & kitsch’ moment: Vijf Wajangpoppen

Pieter van den Hombergh beschrijft een verrassende vondst: vijf Wajang-poppen.

6 June 2024