Actueel

Door Jan-Lodewijk Grootaers

Een bijzonder Kongo krachtbeeld (nkisi nkondi)

Kongo krachtbeeld, nkisi nkondi, h 45 cm


Weinig Afrikaanse sculpturen zijn zo iconisch als menselijke figuren voorzien van voorwerpen van ijzer of ander materiaal. Dergelijke figuren, afwisselend aangeduid als “spijkerfetisj”, “krachtfiguur” of “nkisi nkondi”, werden lange tijd vanuit een Europees perspectief beschouwd als manifestaties van hekserij en bijgeloof bij uitstek. Ze zijn in feite complexe medische en juridische hulpmiddelen van de Kongo-volkeren, een cluster van etnische groepen die leven aan de monding van de Congo-rivier in Centraal-Afrika. De Kongo maakten dergelijke figuren om een onderkomen te bieden aan spirituele wezens die geactiveerd konden worden om in menselijke aangelegenheden in te grijpen. Ze werden aangeroepen om ziektes te genezen, geschillen op te lossen, een eed af te leggen, wangedrag te straffen en de gemeenschap te beschermen.

In zijn oorspronkelijke context functioneerde deze sculptuur als een onderkomen voor een geest. Het wordt nkisi genoemd, een term die zowel de voorouder of natuurgeest die erin woonde, als de figuur zelf aanduidt. Nkisi kan ook worden vertaald als “heilig medicijn”. Een nkisi kan verschillende vormen hebben , zoals een mand, een schelp of een glazen fles. Een object in de vorm van een menselijke figuur met stukken ijzer wordt een nkisi nkondi genoemd, een jagende Nkisi. Dergelijke krachtfiguren werden gebruikt om dieven, tovenaars en mensen die taboes hadden geschonden of hun woord niet hielden te vervolgen. Elke spijker, mes of schroef  die  in het hout werd gedreven, was bedoeld als een specifiek verzoek om actie, gericht aan de nkisi-geest, wiens bovennatuurlijke krachten werden aangeroepen en opgewekt. De figuur vormde zo  als het ware een notariële akte die met de ijzeren voorwerpen alle verzoeken, overeenkomsten, eden, vervloekingen en wraakverzoeken vastlegde,  waarmee het beeld werd geconfronteerd en waarvoor het zorg droeg.



Dergelijke beelden kwamen meer voort uit een collectieve visie  dan uit de visie van een enkele kunstenaar; ze  veranderden in de loop der tijd dramatisch van uiterlijk. Een beeldhouwer sneed een figuur uit hout, dat vervolgens door een rituele expert werd gevuld met heilige medicijnen. Deze magische stoffen werden geplaatst  in de vierkante holte in de buik en in de lading  bovenop  het hoofd, waarna beide werden verzegeld met hars. Geest-hechtende medicijnen waren noodzakelijk om een nkisi naar dit voorwerp te lokken en het er vast te binden en bevatten vaak aarde van een begraafplaats. Zodra het “bezield” was, werden geest-aanstokende medicijnen gebruikt die de geest als het ware wakker maakten. Hiermee wordt de geest op een gecontroleerde manier aangeroepen zodat deze kon optreden ten gunste van een individu of een gemeenschap. In de loop van tientallen jaren voegden priesters, genezers en gebruikers stoffen toe aan de figuur, om zijn krachten te activeren, om overeenkomsten te bezegelen of om de nkisi eraan te herinneren wat te doen en waarheen te gaan. Tegenwoordig is de figuur bedekt met stukjes stof die aan de spijkers zijn vastgebonden of in kleine pakketjes zijn gebundeld  en met doorboorde schelpen, peulen en toppen van kalebassen die aan metalen ringen of aan stukken touw hangen. Deze toevoegingen omvatten ook verschillende soorten glazen kralen, evenals kleine stukjes houtsnijwerk waarvan er één de vorm kan hebben van een gestileerd gezicht . De toevoegingen zijn zo talrijk dat de linkerarm van de figuur, met de hand rustend op de heup, niet meer zichtbaar is.



Alle lichaamshoudingen en toevoegingen van een nkisi nkondi hebben specifieke betekenissen. De omhoog gehouden rechterarm, die ooit een mes vasthield, is zowel defensief als offensief. De vier vingers van de rechter hand die een cirkel vormen, en de lange duim die naar boven wijst, verwijzen naar de aarde en de hemel, en symboliseren zo de onlosmakelijke band die door de geest wordt gecreëerd wanneer deze wordt geactiveerd. De combinatie van één hand omhoog en de andere in de heup is gebruikelijk bij gezagsdragers. Het verwijst naar het vermogen om een situatie te beoordelen en dienovereenkomstig te handelen. De open mond van de figuur geeft, naast andere dingen, de noodzaak aan om de geest te voeden om hem aan te moedigen een bepaalde actie uit te voeren, maar verwijst ook naar de welsprekendheid in de rechtspraak . De spiegel die de buikholte bedekt en de glazen ogen, gemaakt van geïmporteerde materialen, waren bedoeld om de helderziendheid van de nkisi te verbeteren, die nodig is om de menselijke en de geestelijke wereld waar te nemen. Veel attributen van een krachtfiguur hebben een bepaalde betekenis vanwege klankassociaties en woordspelingen in de Kongo-taal. Een van de schelpen die aan de voorkant is bevestigd, bijvoorbeeld, en die ook op andere nkisi nkondi voorkomt, heeft een spiraalvorm. Dergelijke vormen worden nzinga genoemd, een woord dat luzinga oproept, “lang leven”. De verschillende peulen die aan de figuur zijn bevestigd, zijn nog niet geïdentificeerd en we kennen  hun inheemse namen niet. Toch kunnen we ervan uitgaan dat ook deze namen verwijzen naar een gewenst resultaat.

Deze nkisi nkondi uit de negentiende eeuw, met zijn uitzonderlijk veel en goed bewaarde toevoegingen, behoorde toe aan de Belgische botanicus en folklorist Jean Chalon (1846-1921). Hij vermeldt hem in een publicatie uit 1920. De krachtfiguur is niet veranderd sinds hij Afrika verliet. De ontelbare toevoegingen getuigen van zijn langdurige succes als beschermende bewaker en vergeldende jager.

Copyright foto’s: Lempertz.

Publicatie

CHALON, Jean. 1920. Fétiches, idoles et amulettes. S. Servais: Jean Chalon. Volume 1, p. 12 (no image)

Literatuur

LEHUARD, Raoul. 1980. Fétiches à clous du Bas-Zaïre. Arnouville: Arts d’Afrique noire.

MACGAFFEY, Wyatt. 1993. “The Eyes of Understanding: Kongo Minkisi”, pp. 18-103 in Astonishment and Power, W. MacGaffey and M. Harris. Washington and London: Smithsonian Institution Press.

THOMPSON, Robert Farris. 2002. “La gestuelle kôngo”, pp. 23-129 in Le geste kôngo, ed. C. Falgayrettes-Leveau. Paris: Éditions Dapper.


[Jan-Lodewijk Grootaers; 19 January 2025]

Vergelijkbare artikelen

Actueel

Ubangi-sculptuur op de kaart gezet

Frank Eerhart sprak met Gerard van den Heuvel over het Ubangi-project. Samen met antropoloog Jan-Lodewijk...

11 March 2025

Actueel

Tribal art in the Museum of fine art Boston

Auteur: dr. Pieter van den Hombergh- In eerste instantie werd ik vooral aangetrokken door hun...

4 February 2025

Actueel

Feestelijk jubileum: 40 jaar Tribal Art Community/VVE

Op 17 november 2024 vierden we een bijzondere mijlpaal: het veertigjarig bestaan van de Tribal...

25 January 2025