Actueel

Door Frank Eerhart

Het geheim van de smid

Het geheim van de smit, detail Hogon staf

Auteur: Frank Eerhart

Jan Baptist Bedaux en de schrijver van dit artikel zijn verzamelaars en liefhebbers van gesmede etnografische objecten, in het bijzonder van de Dogon. Het viel Jan Baptist Bedaux op dat in hun beider collecties een aantal fraai gesmede staven voorkomen met opvallend veel gemeenschappelijke kenmerken. Het was voor hem de aanleiding om te onderzoeken of er bij de Dogon mogelijk nog mensen leefden die de smid van deze staven gekend hebben. De staven van Jan Baptist Bedaux worden in dit artikel aangeduid met JBB, die van Frank Eerhart met FE.

Het smeden van ijzeren staven vraagt een enorme vakbekwaamheid, meer nog dan bij het vervaardigen van houten beelden en maskers. Dat vakmanschap wordt door Dogon smeden erkend en herkend aan de evenwichtige, uitgebalanceerde wijze waarop een staf, bekroond door een figuur is vervaardigd.

In: Picasso Afrique, état d’esprit  schrijft Jacques Kerchache: “… la qualité  plastique d’une oeuvre  renforce sa puissance rituelle… L’artiste africain le sait fort bien. Sa réputation en dépend. Car, contrairement à ce que l’on pense, il n’est pas anonyme. Plus sa rénommée est grande, plus il y a de priviléges,  puis il est sollicité”.

Kwaliteit bepaalt naam en faam van de smid. Op de schachten van de staven treffen we vaak versieringen aan die evenals als de figuren die de staf bekronen een enorme beheersing van het smeden, het verhitten en behameren van het ijzer vereisen. IJzer bevat volgens de Dogon nyama, levenskracht. IJzer is bepalend voor leven en dood: er is gereedschap nodig voor de akkerbouw; wapens zijn vereist voor de jacht en de verdediging. 

De diverse typen staven

Allereerst is er de staf met ruiter, een symbool van macht en welvaart. In de Afrikaanse mythe verwijst de ruiter naar de afdaling van Nommo naar de aarde. Vervolgens zijn er Dogon staven waarop de Nommo figuur wordt verbeeld die in de diverse houdingen en gebaren op de verschillende staven de verbinding tussen de bovenwereld en de aarde symboliseert.

JBB 1  Hogon ruiterstaf    h 117 cm   

FE 6  fetisch staf met Nommo  h 79 cm

FE 5 Hogon staf met Nommo h 116 cm  

   JBB 2 Hogon staf met Nommo h 94 cm       


De Dogon maken een onderscheid tussen de bâton hogon en de bâton fétiche. De Hogon treedt op als priester van Lébé, de god-slang; hij vereert de Nommo. Hij is tevens degene die recht spreekt, een persoon van aanzien die zo mogelijk ijzeren sandalen draagt om te voorkomen dat zijn levenskracht wegstroomt in de aarde.

De Hogon staven zijn aan de onderkant voorzien van een symbolische versiering vaak met afgeronde vormen, waardoor we mogen aannemen dat deze staven niet in de grond werden gestoken, maar dienden als waardigheidssymbool, als teken van macht en status. Van de ruiterstaven wordt verondersteld dat ze eveneens dienden als statussymbool en om vijanden te weren. Daarover later meer.

De fetisch staven werden gebruikt door waarzeggers en genezers bij rituele handelingen. Deze staven hebben aan de onderkant een speer, of een punt, waardoor ze in de grond bij de altaren konden worden gestoken.

Naast de grotere staven die een lengte hebben van 80 tot 120 cm komen er bescheiden, kleinere ijzeren staven voor van circa 30 cm, de zogenaamde gobo die in de sanctuaria, de heiligdommen worden bewaard. Ze worden ook wel binu na of binou ijzers genoemd. Men noemt ze binu nomma als er sprake is van een figuur aan de bovenzijde van de staf (zie Blandin p 82 en p 83)
Mogelijkerwijs kwamen ijzeren waardigheidsstaven al voor in de 13e eeuw in het oude rijk Mali van de Mandingo of Mandinka van waaruit ze als symbool van de macht werden meegevoerd door militaire leiders naar Guinea Senegambia.
Zoals gezegd dienden de staven voor zowel werelds als ritueel gebruik. In het werelds gebruik waren het statussymbolen voor de families van de chef en speelden ze een rol bij de voorouderverering. Op dergelijke staven is om die reden een voorouderfiguur afgebeeld. Bij de Bamana is dat meestal een vrouwelijke figuur, bij de Dogon een mannelijke figuur die Nommo, de oorspronkelijke Dogon smid, verbeeldt.


De schacht

De kooiachtige vormen die op meerdere plaatsen de schacht van de staf onderbreken, ontstaan door bij het smeden het ijzer te splitsen, ze verhogen de waarde van de staf en symboliseren mogelijk de dynamische afdaling naar de aarde van de eerste Nommo. Dergelijke staven werden geplaatst bij de ingang van het heiligdom waarin de voorouder werd vereerd. Bij de fetisch staven is er sprake van een andere symboliek, omdat ze bestemd zijn voor ritueel gebruik. Mc Naughton beschrijft in The Mande Blacksmiths (p 127) dat de kooiachtige vormen op de schachten van de staven van de Mandinka of Malinke dienden om er wierook in te branden om de staf meer lading te geven en te zuiveren. Ook werden er wel medicijnen in geborgen ter bescherming van de eigenaar. Deze staven, met name de ruiterstaven, konden ook worden ingezet tegen slavenjagers. Rond 1900, toen er nog sprake was van handel in tot slaaf gemaakten, dienden ze als bescherming tegen de ronselaars. De staven en ook speren werden op de naderende troepen gericht. De dreiging die hiervan uitging, kon de aanvallers doen besluiten rechtsomkeer te maken om in een ander dorp hun rooftocht te vervolgen.  

FE 6 Hogon fetisch staf,  detail        

JBB 2   Hogon staf, detail


                         

Symbolische versieringen op de schachten van de staven.

FE 5  Hogon staf, detail

FE 6  Dogon fetisch staf, detail            

Een spiraalvorm verwijst naar de windspiraal die Amma gebruikte voor de schepping (Griaule Dieterlen)  De horizontale zigzaglijnen zijn het symbool van onderlinge communicatie. De  zichtbare zigzaglijnen op staf FE 5 duiden op communicatie met god en symboliseren de kosmische energie. De ruitvormige lijnen in de speerpunt van staf FE 6 wijzen op bemiddeling of op het overbrengen van een boodschap.
De staven werden bewaard in de ginna, het huis van de spirituele leider van de Dogon of in binu heiligdommen, tempels waar meerdere ijzeren objecten werden verzameld. IJzeren gobo haken met twee naar omlaag gerichte armen, de ram symboliserend, bedoeld om de regenwolken vast te houden, bevonden zich vaak op het dak van de ginna. (Griaule, Dieterlen). De staven zijn ook rechtopstaand tussen stenen aangetroffen voor de ingang van de woning van de hogon. Ze dienden evenals de gobohaken om de krachten uit het universum te verzamelen, waarmee de hogon, de binoukidine, de dorpsgemeenschap kon verrijken. Het behoorde tot zijn taak om het heiligdom, waarin alle objecten werden bewaard te beheren.
Staven werden soms begraven om de magische kracht ervan vast te houden, reden waarom dergelijke geladen objecten vaak onzichtbaar bleven, zeker voor buitenstaanders. Ze kwamen tevoorschijn bij begrafenisrituelen, waarbij ze in en onder de takken van de heilige boom bana geplaatst werden. Ook werden ze bij initiatieriten in processies gedragen en daarna bij de heiligdommen in de grond geplaatst vanwege hun krachtige werking. De Hogon staf vertegenwoordigt op symbolische wijze de aanwezigheid van de hogon en zijn autoriteit, daar waar hij niet fysiek aanwezig is.
De gesmede staf kon ook persoonlijk eigendom zijn. Het betrof dan exemplaren die op de markt werden gekocht en op of bij het huisaltaar werden geplaatst bij de al aanwezige krachtobjecten, eveneens bedoeld om de energie daarvan te versterken.

De identiteit van de maker

Over het algemeen is er weinig of niets bekend over de makers van tribale kunstvoorwerpen. Een enkele keer konden delen van oeuvres worden gereconstrueerd op grond van overeenkomstige stijlkenmerken en iconografie en werden er zogeheten noodnamen bedacht voor hun makers. Deze namen verwezen naar het volk waaruit ze, gelet op het object, afkomstig moesten zijn, zoals bijvoorbeeld de Meester van Ogol (Dogon) en de Meester van Buli (Luba). Van de laatste werd zijn echte naam na jaren alsnog getraceerd: Ngongo Ya Chintu.

Dankzij de vele contacten die Jan Baptist Bedaux in tientallen jaren in het Dogon gebied heeft opgebouwd, slaagde hij erin om de hieronder beschreven informatie te verkrijgen  over de identiteit van de maker van enkele van de staven:
Wat ogenblikkelijk opvalt bij het zien van alle staven die in dit artikel worden behandeld zijn hun krachtig esthetisch voorkomen en vooral ook het bijna onvoorstelbare vakmanschap waarmee ze zijn uitgevoerd, temeer als men beseft dat ze allemaal uit één stuk ijzer zijn gesmeed. Er vanuit gaande dat deze staven door een en dezelfde smid zijn vervaardigd en dateren uit de 20ste eeuw, kan het niet anders dat zij ook bij de Dogon zelf grote bewondering hebben afgedwongen. Het lag daarom in de verwachting dat niet alleen de herinnering aan de smid van deze staven nog levend was, maar ook dat er zich in de huidige Dogon populatie wellicht nog personen bevonden die hem gekend hebben.

Na enig zoeken via twee tussenpersonen lukte het om allereerst de verkoper van de staven JBB 1 en JBB 2 te traceren. Dat bleek niemand minder dan Amah Demon te zijn, de Ginna Banga, het oudste lid onder de opvolgers van de stamvader van de ginna van Tuyogou. De ginna is het huis van de stichter van het dorp. Amah Demon, wiens gezag zich uitstrekt tot alle leden van de familie, bewaarde beide genoemde staven, voordat ze werden verkocht, in de ginna waar hij zelf woonachtig is. In dit gebouw bevindt zich het voorouder altaar, waar de leden van de ginna familie, zowel hun recent overleden familieleden gedenken als zij die in een ver verleden zijn gestorven.

Amah Demon die zijn precieze leeftijd niet kent, hij schat zelf 100 jaar, wist zich de naam van de smid van twee in dit artikel besproken staven JBB 1 en JBB 2 nog goed te herinneren. Zijn naam was Sekou en zijn Dogon-naam Amah Dognon of Dougnon. Ook wist hij te vertellen dat Sekou alom vermaard was in het Dogon gebied, maar dat hij al lang geleden was gestorven. Nu de naam van de smid bekend was, was het aangewezen om langs geheel andere weg te zien of er wellicht nog meer personen te vinden waren die informatie zouden kunnen verschaffen over deze smid Sekou. Daarbij werd een beroep gedaan op de bij verzamelaars van Afrikaanse kunst bekende Amsterdamse handelaar, Mamadou Keita. Via zijn netwerk kwam hij in de loop van 2020 in contact met een Dogon die hem vertelde dat de zoon van de smid, Agueme geheten en inmiddels 71 jaar oud, nog in leven was. Hij herinnerde zich dat zijn vader stierf toen hij zelf 11 jaar was. Hoe oud zijn vader toen was, wist hij niet. Zoon Agueme werd in 1949 geboren, dus zijn vader zal in 1960 of 1961 gestorven zijn. Stel dat Sekou op zestigjarige leeftijd is overleden, dan moet zijn oeuvre globaal  in de periode 1920-1960 tot stand zijn gekomen.

Overeenkomstige kenmerken van de staven van Sekou

Het hoofd en de handen vallen op. In vergelijking met de oudere Dogon staven zijn de hoofden van de figuren van deze staven zeer verfijnd gesmeed. Bij oudere gesmede staven is geen sprake van gedetailleerde gelaatstrekken, bij de hier besproken staven is dat wel het geval. Ogen, neus en mond zijn evenwichtig in het hoofd geplaatst, zoals ook de positie van de verfijnde oren, die opvallend laag in het gelaat zitten. Soms zijn zelfs de tanden zichtbaar. 

De handen zijn opvallend groot met duidelijk te onderscheiden vingers.

FE 5  Hogon staf,
detail

JBB 2 Hogon staf, detail  (foto JBB 11)

FE 6 Hogon fetisch staf, detail


Bij de staven van Sekou valt ook op hoe ongelooflijk gedetailleerd hij de schacht heeft gesmeed. Daar leeft hij zich echt uit door van dik naar dun te gaan en van rond naar vierkant, door het toevoegen van kleine bronzen banden en de vele met de beitel  ingekerfde ringvormen, alsook het op ingenieuze wijze splitsen van het ijzer waardoor de eerder beschreven ovale en piramidale ‘kooien’ ontstaan. Soms wordt in de schacht een hoofd verbeeld, zoals het hieronder afgebeelde detail van staf JBB 1.

JBB 2, detail 

JBB 1, detail 

JBB 2,  detail





Bij de Hogon staf JBB 2 eindigt de schacht in een speerpunt die zich in een gesmeed foudraal bevindt (zie afbeelding), andere schachten eindigen soms in bijlvormen. Ze onderscheiden zich daarmee van de fetisch staven, die onderaan een speerpunt hebben, waardoor ze in de grond kunnen worden geplaatst.

JBB 3  Hogon staf  h 98,5 cm

JBB 3 Hogon staf detail 

Vanwege de gemeenschappelijke kwaliteitskenmerken is het aannemelijk dat de staven FE 5 en FE 6 die tot de collectie van Frank Eerhart behoren eveneens tot het oeuvre van Sekou      (Amah Dougnon) kunnen worden gerekend. De verfijnde gelaatstrekken, de opvallend grote handen en de versieringen op de schacht vertonen duidelijke overeenkomsten met de staven die zich in de collectie van Jan Baptist Bedaux bevinden. Over staf JBB 1 en JBB 2 hebben we, gezien zijn onderzoek, de zekerheid dat ze van Sekou zijn. De andere twee afgebeelde staven JBB 3 en JBB 4 vertonen dezelfde opvallende kenmerken en verfijningen in het smeedwerk, waardoor het aannemelijk is, dat ze eveneens tot het oeuvre van smid Sekou behoren. Inclusief de hier besproken staven konden er inmiddels 14 staven, die zich in diverse collecties bevinden, aan hem worden toegeschreven.

JBB 4  Hogon Janus staf  h 74,5 cm  

JBB 4  Hogon Janus staf  h detail  

Literatuur

BEDAUX, Jan Baptist, 2012,  Art of the Dogon  Bedaux Art Editions Brussels

BLANDIN, André, 1992,  Fer Noir d’Afrique de l’Ouest  Marignane

EERHART, Frank 2012, The power of iron in Africa  Frank Eerhart Editions Eindhoven

EERHART, Frank 2019. Postures and gestures of African iron figurines  Frank Eerhart Editions Eindhoven

FAIK-NZUJI, Clémentine M. 1996,  Tracing Memory  A Glossary of Graphic Signs and Symbols in African Art and Culture, Canadian Museum of Civilization, Hull Quebec

GRIAULE, Marcel, DIETERLEN, Germaine 1954, The Dogon Smithsonian Libraries African Art Index Project OSI

KAN, Michael, SIEBER, Roy, 1995, African Masterworks in the Detroit Institute of Arts Smithsonian Books

MC NAUGHTON, Patrick R. 1988, The Mande Blacksmiths Knowledge, Power, and Art in West Africa,  Indiana University Press   

ROBERTS, Allen F, JOYCE, Tom, BERNS, Marla C., 2018, Striking Iron Fowler Museum at Ucla Los Angeles

Vergelijkbare artikelen

Actueel

Ubangi-sculptuur op de kaart gezet

Frank Eerhart sprak in 2015 met de in 2022 overleden Gerard van den Heuvel n.a.v....

11 March 2025

Actueel

Een bijzonder Kongo krachtbeeld (nkisi nkondi)

Op 26 februari veilt Lempertz o.a. deze Nkisi. Jan-Lodewijk Grootaers beschrijft dit beeld.

7 February 2025

Actueel

Tribal art in the Museum of fine art Boston

Auteur: dr. Pieter van den Hombergh- In eerste instantie werd ik vooral aangetrokken door hun...

4 February 2025